Vulling:
300 g amandelen
1 tl oranjebloesemwater
snufje kaneel
150 g poedersuiker
beetje boter
1 el abrikozenjam

Deeg:
500 g bloem
1 ei
125 g boter
4 el poedersuiker
4-5 el oranjebloesemwater
evt. kleurstof
honing

Bereiding:
Blancheer de amandelen 5 minuten, laat ze iets afkoelen, druk ze uit de velletjes en droog ze in een schone theedoek. Maal de amandelen samen met de suiker in de keukenmachine tot het zo fijn is als amandelspijs. Meng er de overige ingrediënten doorheen.

Doe alle ingrediënten voor het deeg bij elkaar en kneed het, eventueel met nog een el water, tot een stevig maar soepel deeg. Laat het, gewikkeld in folie, tien minuten rusten.

Rol het deeg met de pastamachine (stand 6 of 7) tot een dunne lap en snijd met een dop, een borrelglaasje of een Turks theeglas rondjes ter grootte van 4 of 5 cm.

Plak 5-7 rondjes aan elkaar zoals op de foto aangegeven. Plak een rolletje spijs onderaan en vouw de onderkant van de deeglapjes er overheen. Vouw het roosje dicht. Ga zo door tot het deeg op is.

Bak de roosjes 5 minuten in een op 180 graden Celsius voorverwarmde oven. Haal de plaat uit de oven en giet in ieder koekje een theelepeltje honing. Laat afkoelen.